Antwoord op: Lollige Leugenaar
Er is gegeven dat Richard slechts op één dag de waarheid spreekt. Wanneer de uitspraak op dag 1 onwaar is, betekent dit dus dat hij de waarheid spreekt op maandag of dinsdag. Wanneer de uitspraak op dag 3 onwaar is, betekent dit dat hij de waarheid spreekt op woensdag of vrijdag. Omdat Richard op slechts één dag de waarheid spreekt, kunnen deze uitspraken niet beide onwaar zijn. Precies één van deze uitspraken moet dus waar zijn, en de uitspraak op dag 2 moet onwaar zijn.
Stel dat de uitspraak op dag 1 waar is. De uitspraak op dag 3 is dan onwaar, waaruit volgt dat Richard de waarheid spreekt op woensdag of vrijdag. Dus dag 1 is een woensdag of een vrijdag. Dag 2 is dan dus een donderdag of een zaterdag. Dit zou echter betekenen dat de uitspraak op dag 2 waar is, wat niet kan. Hieruit volgt dat de uitspraak op dag 1 onwaar is.
Dit betekent dat Richard de waarheid sprak op dag 3 en dat dit een maandag of dinsdag is. Dag 2 is dus een zondag of een maandag. Omdat de uitspraak op dag 2 onwaar moet zijn, volgt dat dag 2 een maandag is.
Dag 3 is dus een dinsdag. De dag waarop Richard de waarheid spreekt is dus dinsdag.
Terug naar de puzzel