Antwoord op: Dappere Dieren
We nummeren de kooien een tot en met vier in de volgorde waarin de egel de dieren een vraag stelde.
Op de vraag "ben jij de jakhals?" zullen de leeuw en de jakhals "nee" geantwoord hebben. Omdat de egel na de eerste vraag wist in welke kooi de giraffe zat, moet de giraffe "ja" gezegd hebben, nĂ¡ een ander dier dat "nee" heeft gezegd. De giraffe zat dus niet in de eerste kooi. Wat de papegaai heeft gezegd, weten we niet.
Op de vraag "ben jij de giraffe?" zal de leeuw "nee" geantwoord hebben, de jakhals "ja" en de giraffe "nee" (want hij geeft antwoord op de vorige vraag). Wat de papegaai heeft gezegd, weten we niet.
Op de vraag "ben jij de papegaai?" zal de leeuw "nee" geantwoord hebben, de jakhals "ja" en de giraffe "ja" (want hij geeft antwoord op de vorige vraag).
We weten dat het eerste dier antwoordde met "ja", maar ook dat het antwoord de egel extra informatie gaf. Het dier in de eerste kooi was dus niet de giraffe of jakhals, want van hen wist de egel al in welke kooi ze zaten, en ook niet de leeuw, want die zou "nee" geantwoord hebben. Het dier in de eerste kooi was dus de papegaai, die het "ja" van de jakhals van de vorige vraag herhaalde. De jakhals zat dus in de vierde kooi.
Nu weten we alleen nog niet in welke kooi de leeuw en de giraffe zaten. Als de giraffe in de tweede kooi zat en de leeuw in de derde, dan had de egel na de tweede vraag al kunnen concluderen dat de papegaai niet in de derde kooi zat, omdat het derde dier (de leeuw die telkens "nee" antwoordde) dan niet de antwoorden van het tweede dier (de giraffe die eerst "ja" en dan "nee" antwoordde) herhaalde. Dan had de egel de derde vraag niet hoeven stellen.
Conclusie: in de eerste kooi zat de papegaai, in de tweede kooi de leeuw, in de derde kooi de giraffe en in de vierde kooi de jakhals.
Terug naar de puzzel